Yasmin was net wakker. Het was halftien. De zon scheen door de kier van haar gordijnen en viel precies op het kettinkje dat bovenop haar kleren lag. Het hartje dat eraan hing, glans­de zacht. Met een schok herinnerde ze zich wat ze Joost giste­ren allemaal had wijsgemaakt.

Ze fantaseerde weleens vaker wat, maar wat ze nu had ver­teld... Het was gewoon stom. Later keerden dat soort dingen zich altijd tegen je. Jaren geleden had ze eens gefantaseerd dat haar vader een koning was in een ver land en zij dus een prinses en dat niemand dat wist. Wacht maar tot mijn vader me komt halen, had ze gedacht, dan zal iedereen weten wie ik ben. Ze was er tenslotte zo in gaan geloven, dat ze elke avond in bed urenlang lag te wachten op zijn komst. Op een dag had ze het aan een vriendinnetje verteld. Die had haar toen vreselijk uitgelachen en haar er tijdenlang mee gepest.

Mamma zei weleens lachend dat ze een levendige fantasie had, maar nu was ze echt te ver gegaan. Wat moest Joost niet van haar denken. Hij zou niets meer met haar te maken willen hebben. Zo'n leugenaarster, zo'n bastaard...

Ze had dat woord voor het eerst gehoord toen Ernst vorige week tijdens het kringgesprek had verteld dat ze een hond hadden gekregen.

‘Wat voor ras is het? had de meester gevraagd.

‘Een echte bastaard,’ had Ernst geantwoord.

‘Een échte bastaard! Dat bestaat niet.’ Mark was in een scham­per gelach uitgebarsten. ‘Wij hebben een Duitse herder. Dát is een rashond. Bastaards zijn misbaksels. Bastaards zijn…’

‘Laska is geen misbaksel!’ was Ernst hem verontwaardigd in de rede gevallen. ‘Ze is hartstikke lief en ze is speels en als je het niet gelooft kom je zelf maar kijken!’

‘Ik vind die opmerking van jou niet zo aardig, Mark.’ De meester had hem streng aangekeken. ‘Bastaards zijn niets minder dan rashonden. Ze zijn zelfs vaak sterker. Ik vroeg naar het ras omdat ik wilde weten wat voor sóórt hond Ernst had. Als hij gezegd had: ik heb een labrador, dan had ik geweten hoe hij eruit zag, want rashonden hebben altijd onge­veer hetzelfde uiterlijk. Maar bij bastaardhonden is dat niet zo. Een bastaard heeft geen vaste kenmerken zoals een teckel of een labrador. Dat komt omdat het een kruising is van twee soorten. Ik heb ook een bastaardhondje. Hij lijkt niet erg op zijn moeder, maar waarschijnlijk wel op zijn vader, alleen weten we niet wie dat is.’

Het was alsof de bliksem was ingeslagen in Yasmins hoofd. Ze luisterde niet meer. Ze hoorde alleen nog maar dat ene woord dat als een tennisbal tegen de binnenkant van haar schedel leek rond te kaatsen: bastaard. En toen ze weer een beetje kon nadenken, had de meester het al over iets anders gehad. Maar de hele verdere dag had de gedachte haar niet meer losgelaten: haar vader kwam uit een ver land en hij was donker. Ze was dus een bastaard en bastaards waren misbaksels had Mark gezegd.

Terug naar de beginpagina

 

Reisbureau Fantasia

Terug naar

 9+ pagina